In tegenstelling tot de Europese traditie waar de slang het symbool is van verraad en van slechtheid, is dit dier in de Noord-Afrikaanse traditie voorwerp van verering. Informatie over de Bronstijd in het algemeen. De Bronstijd. De Bronstijd komt na de Steentijd en loopt van 2. Chr. Het begin van deze nieuwe periode betekende niet dat een bepaald kenmerk uit de voorgaande periode verdween. Zo is steen nog heel lang in gebruik gebleven naast Brons en IJzer. De Bronstijd kan worden onderverdeeld in: Vroege Bronstijd 2. Chr. Midden Bronstijd 1. Chr. Late Bronstijd 1. Chr. In Midden Europa kent men ook nog een Kopertijd voorafgaand aan de Bronstijd. In West Europa benoemt men geen Kopertijd en volgt de Bronstijd direct op de Steentijd. In ons land zijn met name in Drenthe en Noord Holland tientallen plattegronden van boerderijen bekend. Ten zuiden van de Maas zijn wel nederzettingslocaties bekend, maar weinig sporen van woningen. Het gebied was wel intensief bewoond. Omgeving. Vanaf het Laat Neolithicum lijkt het West Friese land herhaaldelijk te zijn bewoond en weer woest geworden te zijn. Dit was afhankelijk van het bewoonbaar zijn van het gebied dat aan constante verandering onderhevig was. Gedurende 8. 00 jaar bewoning is de zeespiegel zo’n 7. Er was een toenemende vernatting en er ontstond steeds meer veen. Het gebied bestond uit kleiige ruggen en zandige geulen, het was een open landschap dat aantrekkelijk was voor veeteelt. In de lagere delen was zoetwater met riet en Elze en Wilgenbroek bos met zeer vruchtbare ondergrond. Het bouwland was voornamelijk op de licht bewerkbare gronden, de fijnzandige kruinen. De bewoning was op de ruggen. In de Vroege Bronstijd waren er vlakgraven en grafheuvels te zien, die per cluster binnen een bepaald gebied gebruikt werden. Uit de Vroege Bronstijd zijn sporen van huizen en gegraven perceelgrenzen bekend. Uit latere periode opgevulde sloten die om terpjes hebben gelegen. Deze overgang rond de 1. De huizen werden door de kolonisten hoog op de flank van de rug gebouwd. Daarna werden in de loop van deze eeuw de huizen steeds lager op de flank gesitueerd en tenslotte werden de terpjes weer hoger op de flank gebouwd. Behuizing. De mensen in de Bronstijd hadden voornamelijk een boeren bestaan. De boerderij in de Bronstijd was meestal een woon- stalhuis waarin het vee in de winter ook binnen stond. Het woongedeelte was het kleinst, hier was in de regel ook de haardplaats te herkennen. De boerderijen varieerden sterk in afmeting; sommigen waren 5 x 1. In de Vroege Bronstijd zijn de huizen evenals in de Late Steentijd tweeschepig. De indeling was meestal afgeleid van de plattegrond van staanders en wandpalen. In de Midden Bronstijd veranderde de bouwwijze van de huizen in een drieschepige traditie. Dit betekende dat er in het huis twee parallelle rijen staanders stonden die het dak ondersteunden. De boerderijen werden nu veel langer en men ging het vee in huis stallen. Door de drieschepigheid ontstond in het midden een soort deel. Gevonden botten geven aan dat hier voornamelijk runderen en klein vee hebben gestaan. Het woongedeelte kenmerkte zich minder duidelijk door vondsten. Op sommige opgravingen zijn sporen van een haard in het midden van het huis teruggevonden. Op erven rond de Bronstijdboerderijen zijn spiekers teruggevonden (opslaghuisjes voor granen). In West Friesland ontbreken deze huisjes en waren cirkelvormige greppels aangetroffen met in het midden ongedorst graan. Een andere opslagwijze voor graan in droge gebieden waren opslagkuilen. Op een aantal erven zijn plattegronden van . In Archeon is een Midden Bronstijdhuis gereconstrueerd, op het erf liggen akkers en staat een schuurtje. De erven kunnen omheind zijn geweest, er zijn sporen van gevonden die wijzen op het gebruik van dunne stake met vlechtsel ertussen. De grootte van het erf kan ongeveer 0,2. Transport en wegen. Er lijken paden te zijn geweest die langs de flanken van de rug liepen met af en toe een vertakking naar een op de kruin gelegen boerderij. Ook zijn er resten van wegen/paden gevonden, met name in Drenthe. Er zijn een aantal fragmenten van houten wielen gevonden. Het zijn wielen uit drie planken die ten opzichte van elkaar werden verzekerddoor houten pennen. De planken werden bij elkaar gehouden door buigzame spiezen die in lange gebogen kanalen werden geslagen. Akkerbouw. Terreinen met eersporen toonden aan dat akkers vaak langdurig in gebruik waren, soms onderbroken door een nederzettingsverplaatsing of periode van braak. Er is bekend dat de Bronstijdboer Emmertarwe, Gerst, Pluimgierst, Erwt en Lijnzaad verbouwden. Zowel in Groot Britanni. Begravingen. De Grafheuveltraditie uit het Laat Neolithicum wordt in de Bronstijd voortgezet. Men bleef aarden heuvels opwerpen over centrale lijkbegravingen. In de Midden Bronstijd kregen heuvels steeds vaker een markering aan de voet, zoals paalcirkels of ringsloten. Hierbij werden de verbrande resten in een grafkuil of boomkist gedeponeerd. In de Late Bronstijd (vanaf 1. Chr.) werd deze lijkverbranding een traditie. De resten werden in urnen, een doek of los in een kuil begraven. Er verschenen nieuwe typen grafmonumenten, veelal voor individuen, die samen grote urnenvelden vormden. Dezeurnenveldenperiode liep door tot in de Vroege IJzertijd. Brons. Het gebruik van metalen (met name brons) voorwerpen begon in Nederland pas rond 2. Chr. Metaal had een aantal voordelen boven steen. Het kon tot vrijwel elke vorm worden bewerkt en de snijdende kant kon dunner en gemakkelijker weer scherp gemaakt worden. Koperertsen werden in de gebergten van Midden- en Zuid Europa aangetroffen (Karpaten) en ook langs de Westkust van Zuid Engeland. Zeer waarschijnlijk werd het erts gereduceerd tot gedegen koper en dan vervoerd. Puur koper is vrij zacht. Brons is een legering van 1. Dit maakte het materiaal harder. Voor het maken van bronzen voorwerpen kon het metaal gehamerd of gegoten worden. Koper, maar ook Brons, is nog vrij zacht waardoor het materiaal uitgehamerd kon worden naar eenvoudige messen, bijlen, beitels en sieraden. Ook kon het metaal door verhitting vloeibaar worden gemaakt en in mallen gegoten. De bijlen maakten gedurende de Bronstijd een ontwikkeling door. In de eerste fase kennen we de bijlen met lage randlijsten. De voorselecties van de VSN-trofee 2016 worden gehouden op: zaterdag 26 november Kootwijkerbroek (overdag) woensdag 30 november Assen (overdag). Bezoek de winkel van aromadiamore op 2dehands.be. Alle prijzen zijn exclusief verzendingskosten. Stuur me een mail om verzendingskosten voor een bepaald item aan te. Scheepsnaam Type ENI-nr Bouwjr Bouwwerf Tonnage Lengte; M 019: Motorsleepboot: 4000240: 1943: Weserwerft: 2208: M 021: Motorsleepboot: 1943: Weserwerft: 2305: M 025. In de Midden Bronstijd kwamen er bijlen voor met hoge randlijsten en randhielbijlen. Deze randhielbijlen hadden hoge randen en een overdwarse hielrichel. In deze Midden Bronstijd was er een sterke toename van allerlei bronzen voorwerpen te zien zoals bijlen, lanspunten, zwaarden, dolken, messen en sieraden. In de Late Bronstijd waren kokerbijlen het meest in zwang, deze waren hol. Het hout van de bijlsteel kon nu in de bijlkop geschacht worden. Tempel. Bij Bargeroosterveld in Drenthe zijn resten gevonden van een houten bouwwerk dat ge. Het gebouwtje was omringd met een krans van stenen. Er zijn vijf van de hoornvormige uitsteeksel van de bovenbouw gevonden, los in het veen. Er stonden vier kortere palen waarop misschien wel een doodsbaar gestaan heeft, het zou kunnen dat het als dodenhuisje heeft gediend. Aardewerk. In de Vroege Bronstijd was het wikkeldraad aardewerk nog in heel Nederland te vinden. In de Midden- en Late Bronstijd trad er een diversificatie in de verschillende delen van ons land op. REP RACING – Race Events GP Marathon Races Presented by REP RACING & GOT Round # 1. E Street MX March 5th & 6th 2016. Bronzen beeldenrij: De Bronstijd. De Bronstijd komt na de Steentijd en loopt van 2300 v.Chr. Het begin van deze nieuwe periode betekende niet dat een. Al het aardewerk werd in de Bronstijd gemagerd met zand, aardewerkgruis of gebroken kwarts. Gedurende de hele Bronstijd kwamen nagel- en vingerafdrukken voor op de potten. In de Late Bronstijd werden de potten gepolijst. Waarschijnlijk maakte elk huishouden zijn eigen aardewerk. Steen. Stenen werktuigen bleven ook in de Bronstijd in gebruik. Enerzijds omdat het materiaal voor iedereen bereikbaar was, anderzijds omdat ze voor bepaalde doeleinden beter geschikt waren. De stenen werktuigen werden vaak in vattingen van hout, been of gewei ingezet. Vuurstenen pijlpunten zijn uit de Vroege Bronstijd nog bekend. Ook maakte men dolken en sikkels van vuursteen. Textiel. Textiel werd ook in de Bronstijd wegens de vergankelijkheid van het materiaal in Nederland zelden aangetroffen. Indirect duidden ook hier weefgewichten en spinklosjes op het vervaardigen van stoffen. Er zijn in Nederland uit de Late Nieuwe Steentijd in het Buinerveen en uit de Late Bronstijd schoenen gevonden. Met name in Denemarken zijn redelijk wat textielvondsten gedaan uit de Bronstijd. Uit deze periode van de Prehistorie kon een kledingstuk gereconstrueerd worden. In Jutland is een wollen koord- rokje gevonden, een wollen hes en een riem met bronzen schijf. Deze dracht lijkt geen dagelijkse te zijn, misschien gaat het hier om een dansrokje of rituele dracht. De riem is gemaakt van kaartweefsel. Er zijn ook haarnetjes en sieraden gevonden die het kledingbeeld uitbreiden. Andere vondsten uit Denemarken laten lange wollen rokken zien, in de taille gerimpeld en met een band bijeengehouden. Europa in de tijd van Odysseusdoor Mirjam Hoijtink, SCARABEE Nr. APRIL 1. 99. 9Eeuwenlang werden de spannende verhalen van Odysseus' omzwervingen en beproevingen bij het haardvuur verteld. Homerus stelde ze op schrift. Door die overlevering kunnen wij ons een beeld vormen van enkele episodes uit de bronstijd, die ruwweg gedateerd wordt tussen 2. Chr. De meeste kennis over die periode is verkregen door de archeologie. In een grote, door de Raad van Europa georganiseerde tentoonstelling die verschillende plaatsen in het buitenland aandoet, is te zien hoe Europa in een heel ver verleden een soort van eenheid was. Soms geeft de wereld heel onverwacht een goed bewaard geheim prijs. In 1. 99. 1 gebeurde dat in de . Smeltende sneeuw bood enkele bergbeklimmers het zicht op de resten van een man die uitgegleden, bevroren en gestorven was. Na een grootschalig onderzoeksproject bleek dat voorval meer dan vijfduizend jaar geleden; in de late steentijd, had plaatsgevonden. In de omvangrijke catalogus Gods and Heroes of the Bronze Age, die bij de gelijknamige tentoonstelling verschenen is, krijgt het voorval meer aandacht dan je zou verwachten. De auteurs beschouwen hem als de personificatie van de late steentijd: hij was onderweg - op zoek naar nieuwe bestaansbronnen en exploitatiemogelijkheden. Deze had te maken met de uitvinding van de legering van koper en tin, waardoor het veel sterkere brons ontstaat.
0 Comments
Leave a Reply. |
Details
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
January 2017
Categories |